vrijdag 26 oktober 2012

Gesloten C.V. en vererving

Inleiding
Bij het opstellen van akten van commanditaire vennootschap wordt veelal beoogd de C.V. een gesloten karakter te geven. Hiermee wordt gewaarborgd dat de C.V. niet belastingplichtig is en in plaats daarvan de vennoten in de C.V. ieder zelfstandig fiscaal worden belast voor de ieder van hen toekomende resultaten van de C.V. In dat verband wordt in de C.V. akte opgenomen dat iedere overdracht of wijziging van verhoudingen binnen de C.V. toestemming behoeft van alle vennoten. Deze toestemmingsbepaling heeft een fiscaal karakter en beoogt de C.V. te aldus behoeden van het karakter van 'openbare commanditaire vennootschap'.

Gesloten en openbare personenvennootschap
De algemene wet rijksbelastingen geeft in artikel 2.3.c een definitie van ‘openbare commanditaire vennootschap’:

"de commanditaire vennootschap waarbij, buiten het geval van vererving of legaat, toetreding of vervanging van commanditaire vennoten kan plaats hebben zonder toestemming van alle vennoten, beherende zowel als commanditaire"

Het dik gedrukte gedeelte bevat een uitzondering op het toestemmingsvereiste voor een gesloten personenvennootschap. Echter, in de praktijk bestaan vragen wat de wetgever hiermee precies bedoelt. Het vraagstuk leent zich voor bespreking aan de hand van een simpele casus.

Casus
A is commanditaire vennoot van een besloten C.V. De C.V. akte kent de genoemde toestemmingsbepaling. A overlijdt met achterlating van twee erfgenamen, B en C, ieder voor 50%.

Krachtens erfrecht verkrijgen B en C. het C.V. aandeel van A, ieder voor de helft. Deze verkrijging als gevolg van het overlijden van A kan zonder problemen als verkrijging krachtens ‘vererving’ worden gezien. Voor deze wijziging is geen toestemming van alle vennoten nodig. Moeilijker wordt het als B en C besluiten de nalatenschap, waarin het C.V. aandeel zit, te verdelen. B en C wensen het C.V. aandeel aan B toe te delen. De vraag die opkomt is of de verkrijging van B krachtens de verdeling van de nalatenschap geldt als verkrijging krachtens ‘vererving’.

Ruime of beperkte interpretatie
Volgens een ruime interpretatie van het begrip ‘vererving’ zou de genoemde verdeling aan B onder de uitzondering vallen. Betoogt kan worden dat de verdeling slechts een verlengstuk is van de eerder plaatsgevonden verkrijging krachtens erfrecht. Dan is geen toestemming vereist. Echter, volgens een beperkte interpretatie van het begrip ‘vererving’ zou alleen de directe verkrijging door B en C als direct gevolg van het overlijden van A onder de uitzondering vallen, en niet de daaropvolgende verdeling aan B. Dan zou deze verdeling toestemming behoeven van alle vennoten.

De vraag is of de wetgever deze term ruim of beperkt ziet. De literatuur zwijgt op dit punt. In dat verband kan andere fiscale wetgeving een aanwijzing geven. De Wet op belastingen van rechtsverkeer kent een uitzondering van overdrachtsbelasting voor een verkrijging krachtens erfrecht. Deze wet hanteert een beperkte uitleg van het begrip ‘verkrijging krachtens erfrecht’. De verdeling van nalatenschappen is namelijk expliciet - naast verkrijging krachtens erfrecht - als aparte uitzondering aan deze wet toegevoegd. Als de wetgever hier een ruime interpretatie voor ogen had, zou deze extra uitzondering voor verdeling van nalatenschappen overbodig zijn.

Standpunt inspecteur
Ik heb deze casus voorgelegd aan de inspecteur der belastingen. Zijn reactie was dat de belastingdienst - op basis van intern overleg - het standpunt van voornoemde beperkte interpretatie inneemt. 


Conclusie
Uit het voorgaande blijkt dat het begrip 'vererving' voor de definitie van een gesloten personenvennootschap beperkt wordt uitgelegd. Ofwel, bij het verdelen van een nalatenschap met daarin een C.V. aandeel in een gesloten C.V., geldt hoogstwaarschijnlijk het toestemmingsvereiste. Oppassen dus.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten